Wat is mindfulness nu eigenlijk?
De term mindfulness kom je overal tegen vandaag de dag, maar wat is mindfulness eigenlijk? Wat heb je er aan en hoe werkt het precies? En wanneer kun je het gebruiken?
Geen zin om te lezen wat mindfulness is en liever meteen oefenen, hier is de oefenpagina!
Mindfulness is niet iets wat je doet
Omdat wij de hele dag heel hard ons best doen om dingen te veranderen, te manipuleren, met onze aandacht, zijn wij ons alleen nog maar bewust van de manier van aandacht geven waarmee we iets doen. Je kunt echter ook met je aandacht niets doen. Dit niets doen met aandacht is de techniek van het loslaten. Het woord loslaten geeft al aan dat het niet iets is dat je kunt doen. Loslaten is iets dat je moet laten, een niet doen. Omdat we op school alleen maar hebben geleerd om goed ons best te doen, weten we niet hoe we niets moeten doen. Problemen kunnen we dus alleen maar oplossen en niet laten zijn en loslaten. Dit is geen probleem, totdat je geconfronteerd wordt met vervelende dingen die in dit moment nog niet zijn op te lossen. Leren niets doen met je aandacht is dus leren loslaten.
We beginnen hieronder met leren loslaten in aandacht, dit doen we door de aandachtsfocus te leren ontspannen, in plaats van hem overmatig te focussen. Daarna beginnen we pas met leren voelen. Het voelen is belangrijk, omdat alleen het lichaam kan leren ontspannen. Je kunt je hoofd niet leren ontspannen, omdat je hoofd alleen maar iets kan doen, je hoofd kan niet niets doen.
Om te voorkomen dat je niet met je hoofd gaat voelen beginnen we met leren niets doen.
Met mindfulness ontdek je het hele spectrum van aandacht
Mindfulness is niets anders dan het leren controleren van aandacht. Je ontdekt met mindfulness dat er naast een gerichte, nauwe manier van focussen ook een andere manier bestaat. Een manier die ontspannend werkt, en die je kunt inzetten wanneer je wilt.
De eerste manier van aandacht geven, links van het spectrum, ken je al. Je gebruikt het elke dag. Als je werkt op een computer. Als je op je telefoon kijkt of moet opletten tijdens een presentatie. Als je tv kijkt. Het is de gerichte focus, de aandacht die je gebruikt als je inzoomt op iets specifieks.
Deze manier van aandacht geven gebruik je heel vaak, omdat deze ‘nauwe focus’ nodig is om iets te veranderen aan iets of iemand in je omgeving, of om specifieke informatie binnen te krijgen. Je gebruikt hierbij je hersenen op een hele actieve manier. Deze focus brengt je hersenen in een actieve toestand, en daarom kost het veel energie om je aandacht blijvend te concentreren.
In principe is dat niet problematisch: het is nuttig en zelfs fijn om je aandacht op een taak te concentreren. Soms kun je zonder afleiding, in een prettige ‘flow’, je taak volbrengen. Op een gegeven moment zal je echter merken dat je moe bent van het focussen.
Dit komt omdat je maar een beperkte hoeveelheid energie hebt. Na een periode van inspanning willen je hersenen iets anders. Ze willen ontspannen. Dit kun je doen door je aandacht te verruimen. Deze ‘ruime aandachtsmodus’ vind je aan de rechterkant van het spectrum. Dit is een vorm van aandacht die je misschien nog niet kent. Hieronder lees je wat deze vorm van aandacht inhoudt.
Mindfulness is zelf je aandacht kunnen sturen
Door mindfulness ontdek je dat aandacht een soort knop is met een grote veer er onder. Deze veer kent beide kanten van het aandacht-spectrum: gerichte aandacht en verruimde aandacht.
Als je de knop indrukt, ben je gericht met je aandacht bezig. Hoe dieper je de knop indrukt, hoe meer de aandacht inzoomt. Je ‘concentratiegebied’ vernauwt zich, en je hersenen zijn actief bezig. Ze verbruiken dus energie.
Als je de knop los laat, verruim je de aandacht. Wanneer je dit doet, krijg je meer prikkels binnen: gedachten, geluiden, gevoelens, enzovoort. Hier hoef je helemaal niets voor te doen. Je hoeft alleen maar te stoppen met focussen, zodat je aandacht automatisch opener en ruimer wordt. Je laat alles naast elkaar bestaan, zonder dat je je ergens op richt. Gek genoeg is dit veel minder vermoeiend; de meest ruime manier van aandacht geven kost dus de minste energie.
Sinds de komst van de smart phone hebben we 30 procent meer mindfulness-cursisten gekregen. Omdat er nu ieder moment van de dag wel een prikkel is waar je de aandacht volledig op kan concentreren hebben mensen minder energie en meer stress. Dit komt omdat ons hersenen eigenlijk gewend zijn om naast de geconcentreerde focus ook de ruime, meer ontspannen aandacht te gebruiken. Veel mensen doen dat niet, omdat ze dat niet hebben geleerd. En dit is precies waar mindfulness over gaat.
Je hoeft er niet veel voor te doen om je aandacht te leren controleren. Je hoeft je hiervoor alleen maar bewust te worden van je aandacht. Het bijzondere is dat deze bewustwording automatisch plaats vindt als je je bewust wordt van de werking van aandacht. Als je de vraag ‘wat is mindfulness’ begrijpt, weet je hoe je mindful kunt zijn. Dit komt omdat de vraag ‘wat is mindfulness’ overeenkomt met de vraag ‘wat is aandacht’. En dat laatste heb je snel genoeg door, want die gebruik je altijd en overal.
Hoe kun jij je aandacht beter gebruiken?
Als je ziet dat je de aandacht concentreert in één prikkel, bijvoorbeeld een gedachte, is het verstandig om voor een moment de ruime, keuzeloze aandacht van mindfulness te gebruiken. Dit doe je door de aandacht niet meteen weer in één prikkel te concentreren. Hierdoor ervaar je een moment meerdere prikkels tegelijkertijd, zoals we al zagen. Dat houd je simpelweg zo. Je aandacht richt zich niet naar binnen of naar buiten, maar je laat alles zijn. Het concentreren laat je even achterwege.
Omdat je de aandacht op deze manier niet meteen automatisch concentreert in de eerstvolgende random prikkel, kun je nu zelf bepalen waar je de aandacht in wilt concentreren. Hiermee heb je je aandacht ontspannen, ben je bewust van het moment en maak je nu zélf een keuze: ga ik me weer concentreren of niet?
De fiets is vaak de eerste plek waar mensen voor het eerst ‘mindful’ zijn. Op de fiets komen er via alle zintuigen prikkels binnen, die je kunt gebruiken om je aandacht te verruimen. Het verkeer, de wind, je voeten op de trappers, de andere weggebruikers en je gedachten – ze zijn er allemaal tegelijkertijd, en jij bent je hier bewust van. Meer hoef je niet te doen. Zo stel je het actief denken, waarbij al je aandacht in een gedachte zit, even uit.
Mindfulness is niets doen
Zoals we al zeiden hoef je niets te doen om ‘mindful’ te zijn. Door niets te doen met je aandacht wordt je aandacht automatisch ruimer. In de wetenschap wordt dit verdeelde aandacht genoemd, de tegenhanger van gerichte aandacht. Binnen de mindfulness wordt dit ook wel keuzeloze aandacht genoemd, omdat je er niet voor kiest de aandacht op één zintuig te richten, maar te verdelen over de verschillende zintuigen.
Deze aandachtsvorm kun je de hele dag gebruiken tijdens momenten waarop het niet nodig is om je aandacht op één ding te concentreren. In de supermarkt, in de trein, tijdens het wandelen, noem maar op.
Het is eigenlijk bijzonder dat wij het tegenwoordig zo moeilijk vinden om de aandacht niet te concentreren, omdat deze vorm van aandacht tijdens de prehistorie onze meest gebruikte aandachtsvorm is geweest. In de steentijd liep je met ruime aandacht door het bos, omdat je nu eenmaal de aandacht niet op één boomstam concentreerde
Deze manier van aandacht geven zit dus in onze natuur, alleen gebruiken we hem vandaag de dag te weinig. Toch hebben we alle reden om dat wel te doen: de wetenschap heeft laten zien dat deze manier van aandacht geven diepe ontspanning geeft. Hier vind je een leerzame, korte video van de neuropsycholoog Ian McGilchrist, die een boek schreef over de twee vormen van aandacht.
Mindfulness is de aandacht minder in de gedachten concentreren
Vaak beginnen mensen met mindfulness omdat ze te veel in hun hoofd zitten. Iedereen die goed naar zijn hersenspinsels kijkt, komt erachter dat de meeste gedachten na korte tijd een minder plezierige inhoud krijgen. Onze hersenen lopen vast als wij te veel in onszelf opgaan, omdat ze gemaakt zijn om interactie aan te gaan met de wereld om ons heen.
Geen wonder dus dat we na heel veel nadenken niet het gevoel hebben dat we ook maar iets zijn opgeschoten. Geen wonder ook dat de zwaarste straf eenzame opsluiting is: als je alleen nog met je eigen gedachten interactie kan hebben word je al vrij snel gek.
Je gedachten kennen het verschil niet tussen gedachten en de werkelijkheid. Het is dus niet verstandig om je aandacht in je gedachten te concentreren als je wilt ontspannen, slapen of een mindfulness oefening wilt doen. Je hersenen snappen niets van deze interactie en denken dat ze een onplezierige of zelfs angstige interactie met de echte omgeving hebben.
Mindfulness is zoveel mogelijk aandachtig zijn
Om aan mindfulness te doen hoef je niet elke dag op een kussen te zitten. Je kunt het juist doen tijdens de dagelijkse dingen. Het fijne van de ruime aandacht van mindfulness is dat je er geen extra tijd voor uit hoeft te trekken. Je kunt het de hele dag oefenen op momenten waarop er geen hoge concentratie is vereist. Hierbij kun je denken aan vergaderingen, koffie met een vriendin, schoonmaken, enzovoort. Je sluit je bij deze manier van aandacht niet af voor je omgeving, en daarom kun je hem verrassend vaak toepassen.
Geen paniek als je de vraag ‘wat is mindfulness’ nog niet helemaal helder kunt beantwoorden. Na een aantal lessen zul je de ruime aandacht steeds beter beheersen. Als je deze ruime aandacht beter onder de knie krijgt beheers je meteen het hele aandachtspectrum van mindfulness. Vanaf dan komt het belangrijkste: de toepassing van mindfulness in het dagelijks leven. Dat is vaak lastig, in het begin – je hebt alleen maar geleerd om de focus aandacht te gebruiken. Van jongs af aan doe je al niet anders dan goed opletten en je aandacht richten op datgene waar je mee bezig zou moeten zijn. Als je echter door hebt wat ruime aandacht is, kun je het langzamerhand steeds vaker toepassen en zul je zien hoeveel waarde het heeft. Het is niet alleen ontspannend, je krijg ook meer zelfinzicht.
Kortom, als je rust in je hoofd zoekt en meer ontspannen wil leven is mindfulness een heilzame weg!
Ook als je straks verder gaat met mindfulness blijft loslaten het grote einddoel. Lukte het tijdens de vorige oefening nog niet helemaal om je gedachten los te laten, dan zou het goed kunnen dat je de gedachten probeerde weg te duwen. In plaats van gedachten blokkeren of wegduwen kun je ook eens proberen om ze er te laten zijn. Als je dit doet sta je ook open voor andere prikkels, die er voor zorgen dat de gedachten doorgaan, maar op een minder storende manier. In onderstaande filmpjes ontdek je hoe je gedachten op een afstand kunt zetten door ze los te laten, in plaats van ze weg te duwen!
Mindfulness maakt het hoofd niet leeg, wel leger
Met mindfulness stoppen met piekeren? Om kort te zijn: nee. Het is niet zo dat je door mindfulness stopt met denken en je hoofd helemaal leeg wordt. De gedachten gaan gewoon door, maar je ervaart ze door mindfulness minder intens. Dit komt doordat je aandacht zich niet langer enkel en alleen in je hoofd concentreert. Door de ruime aandacht van mindfulness lijkt de gedachte wat verder weg te zijn. Het lijkt hierdoor niet meer alsof er iemand met een megafoon in je hoofd aan het tetteren is. Nadat je met mindfulness je aandacht hebt leren verruimen is het meer alsof je in de verte een zesjarig kind nonsens hoort praten. Je neemt het repeterende gebazel niet serieus en verdeelt je aandacht zodat je net zoveel aandacht geeft aan het gezoem van je computer, het gevoel van je zitvlak op de stoel en je gedachten.
De gedachte zal met mindfulness dus gewoon doorgaan, maar minder heftig zijn en zelfs af gaan dwalen in verschillende onbelangrijke zijsporen. Dit komt omdat het alleen mogelijk is om functioneel constructief na te denken als je al je aandacht in de gedachte concentreert. Als je ook maar één procent van je aandacht tegelijkertijd aan je omgeving besteedt merk je al meteen dat je aan het afdwalen bent en de gedachten relaxter worden. Dit is wat men dagdromen noemt; mijmerend gaan de gedachten van de hak op de tak. Dagdromen doe je dus door niet voor de volle 100 procent de aandacht in de gedachten te concentreren. Als je aan het piekeren bent geef je dus wel 100 procent van de aandacht aan de gedachten. Van dagdromen word je niet moe en gestrest, van piekeren wel, omdat je tijdens het piekeren actief al je aandacht in je gedachten concentreert.
Een mindfulness pieker oefening
Je kunt met de volgende mindfulnes–oefening zelf testen of het klopt dat het onmogelijk is om actief te blijven piekeren over hetzelfde probleem als je de aandacht een beetje verdeelt. Ga rustig zitten en neem jezelf voor om drie minuten lang alleen maar over één onderwerp na te blijven denken. Je gaat echter je aandacht tegelijkertijd verdelen zodat je gedurende de gehele oefening niet 100, maar 99 procent van je aandacht in je gedachten hebt. De andere één procent van de aandacht geef je non stop aan iets anders, zoals geluid, een lichaamsgevoel of iets anders. Tijdens deze mindfulness oefening is het dus niet zo dat je nu eens 100 procent van je aandacht in de gedachte hebt en dan weer 100 procent in een geluid of lichaamsgevoel, maar continu probeert de 99 procent – 1 procent verdeling te behouden.
Als je de aandacht tijdens het denken tegelijkertijd nog meer verdeelt over alle zintuigen kan zelfs het dagdromen stoppen. Je wordt je dan maximaal bewust van wat er allemaal is waar te nemen en de inhoud van je gedachten beperkt zich meestal tot het benoemen van wat je waarneemt of toevallige associaties. Dus je hoort de kachel en denkt, oh de kachel, je voelt tegelijkertijd je zitvlak en denkt; ik zit lekker. Dit is de manier van aandacht die we bij mindfulness tijdens de mindfulness
De ruime aandacht van mindfulness is de mindful aandacht die je tijdens de dag het meeste zal gebruiken, omdat je er geen speciale mindfulness oefensessie voor in hoeft te lassen. Als je deze manier van aandacht gebruikt kan het zijn dat er soms een seconde of langer helemaal geen gedachte is. En zo kun je steeds meer het gevoel krijgen dat je één wordt met je omgeving. Op deze manier transcenderen is een fijne bijkomstigheid, maar niet het einddoel van mindfulness. Het doel van mindfulness is om ook tijdens de dagelijkse dingen afstand te scheppen ten opzichte van de gedachten. Voor deze ‘mindful afstand’ is het niet nodig om niets te denken, je hoeft alleen de aandacht maar een klein beetje te verdelen over de gedachte en iets anders.
Dit verruimen van de aandacht met mindfulness is dus verrassend gemakkelijk, omdat je alleen maar een heel klein beetje de aandacht hoeft te verdelen. Praktisch al mijn mindfulness cursisten hebben dit al na drie weken mindfulness training onder de knie. Ze zijn vaak verbaasd dat ze zo snel van problemen af komen waar ze vaak al jaren mee rondlopen. Dit komt omdat ze ontdekken dat het helemaal niet nodig is te stoppen met de vervelende gedachtes. De vervelende gedachte is er nog wel, maar heeft geen invloed meer omdat het in de verdeelde aandacht niet lukt om actief door te blijven gaan op hetzelfde onderwerp.
Het is niet zo dat je met mindfulness je problemen helemaal negeert. Je bent je zoals gezegd nog steeds bewust van de problematische gedachten, maar kiest er zelf voor om er op dat moment niet je volle aandacht aan te geven. Door de mindfulness ontstaat zo de keuzevrijheid om zelf het tijdstip uit te kiezen waarop je over je problemen na gaat denken. Het is natuurlijk handig om zo nu en dan wel constructief over je problemen na te denken en dus even bewust te piekeren en te malen. Uit het bovenstaande blijkt dat dit alleen kan als je 100 procent van je aandacht in de gedachte concentreert, omdat je bij verdeelde aandacht zo weer de draad kwijt raakttwintig je volledige aandacht te concentreren in het denken over dit ene probleem. Dit is beter dan de hele dag door, terwijl je andere dingen aan het doen bent, aan je probleem te denken. Dit komt door de bovenstaande reden dat je alleen actief opbouwend kan denken als je de volle aandacht aan het denken geeft. Dit zul je al merken als je wel echt gaat zitten voor je probleem. Zelfs dan zul je zien dat de gedachten regelmatig afdwalen omdat je aandacht verslapt en zich hierdoor iets gaat verdelen. Je zult dus steeds de aandacht weer moeten concentreren en terug brengen naar je problemen. Omdat je nu zelf degene bent die zijn aandacht steeds bij het probleem terug moet brengen als je bent afgedwaald, heb je niet langer het idee dat de probleem gedachtes je overnemen en je niet kunt stoppen met piekeren en malen.
Met mindfulness stoppen met piekeren over je allergrootste probleem
Omdat het zo gemakkelijk is om niet actief door te gaan met piekeren, ervaren praktisch alle mindfulness cursisten al na drie weken van bijna al hun gepieker af te zijn. Over het algemeen zijn er echter altijd wel mensen die de meeste problemen los kunnen laten, maar bij wie het niet lukt om ook te stoppen met piekeren over hun allergrootste probleem. Dit komt niet doordat de mindfulness techniek niet werkt. Het komt doordat ze zichzelf telkens weer overhalen om over het probleem na te denken, ook als ze hier geen zin in hebben.
Het toepassen van mindfulness bij het piekeren over je allergrootste problemen is niet alleen een kwestie van techniek, maar ook een kwestie van lef hebben. Het is namelijk best eng om niet al je aandacht te concentreren in je problematische gedachte. Als we de volgende dag wakker worden zien we vaak in dat de gedachtes repeterende nonsens waren. Echter toen je nog in bed lag te woelen en probeerde mindful te zijn leek niets zo belangrijk alsnog even doordenken. Tijdens de zoveelste slapeloze nacht komt er opeens de gedachte in je op dat je de mindfulness cursus nu mooi in praktijk kunt brengen. Je probeert je aandacht iets te verruimen zodat je naast de gedachte ook iets van je lichaam voelt en de wind buiten hoort waaien. De mindfulness werkt! De gedachte gaat wel door, maar een stuk minder intens en je dwaalt soms zelfs af in onbelangrijke dingen.
Plotsklaps herinner je je nerveus dat het toch echt wel heel erg belangrijk is om binnen nu en vijf minuten een oplossing te bedenken voor je probleem. Je besluit toch nog heel even al je aandacht te concentreren in de gedachte, als je een oplossing hebt bedacht kun je daarna immers echt lekker mindful zijn en ontspannen. Na drie uur piekeren en malen ben je nog steeds geen steek verder en de volgende dag ben je te moe om constructief over je problemen na te denken. De angst en nervositeit die omhoogkomt als je besluit om minder aandacht te besteden aan de pieker gedachte moet je niet onderschatten. Ik vergelijk het vaak met parachute springen; het is niet heel erg ingewikkeld om uit het vliegtuig te springen, maar wel heel erg eng. Deze angst zal altijd blijven, echter als je vaker de mindfulness techniek toepast en ervaart dat de wereld niet instort als je stopt met piekeren, krijg je steeds meer vertrouwen om door je angst heen los te laten.
Stoppen met piekeren is met de open aandacht van mindfulness dus zeer gemakkelijk. De vraag is dus niet zozeer of je kan stoppen met piekeren, maar of je wel wilt stoppen met piekeren. Vanaf nu is doorgaan dus een keuze. Mindfulness maakt de keuze er niet gemakkelijker op, maar maakt jezelf er van bewust dat je zelf steeds de keuze maakt. Hierdoor kun je bij jezelf ontdekken welke oude patronen je er steeds weer van overtuigen dat je bepaalde onderwerpen niet kunt loslaten.
Als je tijdens de mindfulness oefeningen en in het dagelijks leven alleen maar een heel klein beetje aandacht naar iets anders brengt worden de gedachten al oppervlakkiger. Deze oefeningen lijken gemakkelijk, maar worden moeilijker als je de inhoud van de gedachten belangrijk vindt. Het geleerde loslaten van deze online workshop mindfulness werkt al krachtig, ook al doe je het maar drie seconden. Drie seconden loslaten geven je de keuzevrijheid die je nodig hebt om daarna zelf te bepalen waar jij je aandacht aan wilt geven. Je kunt er dus voor kiezen om je aandacht aan iets anders te besteden of om juist met meer aandacht door te gaan met wat je aan het doen was.
Met mindfulness in de flow komen en blijven
Soms zit je op je werk lekker in de ‘flow’ en soms kom je maar niet vooruit. Hoe zit dat nu, in de flow komen met mindfulness? Er is zelfs een Flow Magazine dat zich speciaal richt op mindful leven, maar hoe doe je dat in je werk?
Wij zien aandacht als een knop die je kunt indrukken – mindfulness is niets anders dan het controleren van die aandacht. Hoe dieper je de knop indrukt hoe meer je de aandacht inzoomt op één ding. Hoe meer je de knop loslaat hoe meer de aandacht verruimt en open staat voor alle prikkels tegelijk. Achter de knop zit een veer; het kost daarom energie die knop in te drukken. Om de knop los te laten heb je geen energie nodig. De meeste energie zit hem niet in het blijven indrukken van de knop, maar in het opnieuw indrukken van de knop. Dit wordt ook wel switching costs genoemd. Het kost de hersenen veel energie om zich opnieuw ergens op te focussen, als het de focus eenmaal heeft gevonden draait het onbewuste gedeelte moeiteloos het programma voor ons af. Als de hersenen de focus hebben gevonden wordt het werken als flow ervaren. De uren glijden voorbij en het lijkt alsof het werk als vanzelf tot stand komt. Dit klopt ook, omdat ons automatisch werkende onbewuste brein het voor ons doet.
Met mindfulness je bewuste en onbewuste brein controleren
Veel van mijn mindfulness cursisten hebben moeite met het vinden van deze ‘flow focus’. Dit komt door twee dingen. Ten eerste worden ze te veel afgeleid door andere mensen of taken. Hierdoor laten ze de focus knop elke keer los en moeten ze hem steeds weer opnieuw indrukken zodat de hersens zich op iets anders concentreren. Even tussendoor Facebook checken of met een collega praten kost dus veel energie, terwijl we denken dat we even uitrusten.
De tweede en belangrijkste oorzaak voor het niet vinden van de flow is gek genoeg dat we te hard ons best doen om ons te concentreren. Het bewuste gedeelte van de hersenen stuurt de aandacht. Het onbewuste deel moet de programma’s draaien. Als je je teveel blijft concentreren blokkeer je het onbewuste gedeelte van de hersenen, omdat je je nog teveel met de taak bemoeit door het sturen van de aandacht. Het is dus de kunst om de aandacht op een ontspannen manier te concentreren, en vervolgens af te wachten tot de onbewuste hersenen de taak uit gaan voeren. Dit werkt het beste door met mindfulness de aandachtsknop los te laten voordat je met een taak begint. Als je de aandacht vervolgens vanuit deze ruime en meest ontspannen stand weer gaat concentreren voorkom je dat je je te intensief op de taak concentreert. Hierdoor blokkeer je de automatische hersenprocessen het minst.
Met mindfulness de automatische piloot juist aan zetten
Mindfulness wordt zo gebruikt om de automatische piloot te versterken. Dit klinkt een beetje gek, misschien, omdat men bij mindfulness meestal het idee heeft dat het de automatische piloot probeert te stoppen. Een beroemd neuroloog heeft eens gezegd: ‘Denken doe je om zo snel mogelijk te stoppen met denken’. Dit is zo, omdat het bewuste, niet automatische stukje, wordt gedaan door de prefrontale cortex. Het kost dit stukje hersens erg veel energie om bewust dingen af te wegen. Maak deze rekensom maar eens: 16 keer 7 gedeeld door 8. Je zult direct hebben gemerkt dat het veel energie kost.
Als je hersens erg vaak iets hebben gedaan wordt deze taak van dit bewuste stuk naar het onbewuste stuk overgebracht. Het onbewuste brein werkt vele malen sneller en verbruikt veel minder energie. Na je allereerste autorit was je erg moe, daarna veel minder. Vele handelingen moeten dus juist onbewust blijven. Soms lijkt het alsof je een bepaalde taak als vanzelf volbrengt. Het kost geen energie, je zit er helemaal in en hebt ook nog eens je beste werk afgeleverd. Deze staat van zijn wordt dus ‘flow’ genoemd. Tijdens de flow concentreer je al je aandacht in één ding, maar ben je je niet heel erg bewust van iedere afzonderlijke handeling. Het is dus de automatische piloot.
Tijdens deze automatische piloot laten je hersens alleen die prikkels in je bewustzijn binnen die je nodig hebt en blokkeren ze alle prikkels uit de omgeving die hier niet voor nodig zijn. De bewuste focus kost dus vele malen meer energie dan de onbewuste flow focus. Wanneer en hoe moet je dan mindfulness gebruiken? Het is verstandig om één ding tegelijkertijd te doen met weinig afleiding, omdat het je hersens veel energie kost om steeds het onbewuste programma te zoeken. Als de aandachtsknop tijdens een automatisch programma los wordt gelaten zet je je aandacht weer open voor alle prikkels en stopt het programma. Mindfulness stopt op deze manier juist de automatische piloot.
Hoe langer je onbewust op dezelfde taak blijft focussen hoe dieper je in de focus flow komt. Door de mindfulness word je je bewust van de mate waarin je de aandacht verruimt of juist concentreert. Als je te sterk focust en merkt dat je niet in een prettige werkflow komt leer je de aandacht verruimen. Door je opnieuw met iets minder intensiteit te concentreren neemt je onbewuste het werk over en vloeit het werk automatisch uit je handen. Tussen de taken door levert het juist wel veel energie op om de aandacht even ruim te houden. Dan ben je even aan het dagdromen of maximaal bewust van wat er is waar te nemen in je omgeving. Hierdoor voorkom je dat je veel door elkaar gaat doen en onrustig wordt.
Als je de aandacht even ruim maakt kunnen je hersens meerdere dingen tegelijkertijd in het bewustzijn brengen. Hierdoor krijg je overzicht en kun je bepalen welke taak je het beste als eerste kunt gaan uitvoeren. De eerste tijd richt je de focus dan alleen nog maar op die taak. Mindfulness probeert dus niet de automatische piloot te voorkomen, maar zorgt voor overzicht zodat je niet het verkeerde programma start. Hierdoor voelt het niet langer alsof je automatisch door elk ding wat langskomt wordt opgeslokt zonder hier zelf een keuze in te hebben. Door mindfulness zo toe te passen wordt de dag niet langer een pingpong van het ene ding in het andere, en word je minder geleefd.
Kortom, als je rust in je hoofd zoekt en meer ontspannen wil leven is mindfulness een heilzame weg!